De meeste wondverpleegkundige in de ziekenhuizen zijn verpleegkundigen met MBO-opleiding (niveau 4), die zich hebben gespecialiseerd in wondzorg. De afgelopen jaren zijn er diverse benamingen ontstaan, zoals:
- wond- en decubitusverpleegkundige
- wond- en decubitusconsulent- wondzorg- en decubitusconsulent
- nurse practioner wondzorg.
etc.
Verandering zorg
In 2002 voerde minisister Hoogervorst van Volksgezondheid een nieuw zorgstelsel in. Dit was het begin van de marktwerking binnen de gezondheidszorg. Werkers binnen de gezondheidszorg werden geconfronteerd met nieuwe taken, zoals het halen van doelstellingen, het aanleveren van cijfermateriaal, management en netwerking. Het beroep bestond niet langer meer uitsluitend uit het verplegen en verzorgen van mensen. Er moet dus niet alleen worden opgeleid tot wonddeskundigheid maar ook voor al die andere taken. Instanties hebben hierop ingespeeld met talrijke opleidingen.
Opleidingen wondzorg
Zo is er naast de reeds jarenlang bestaande opleiding van de WCS, waarin deelnemers wroden geschoold op het gebied van verschillende eenvoudige wondbehandelings en verbandtechnieken, sinds enige jaren zijn er uitgebreidere opleidingen in Rotterdam (Erasmus MC) en Nijmegen (Radboud Zorgacademie). Uiteraard zijn deze opleidingen kostbaarder dan een eenvoudgie opleiding waardoor dit voor velen niet haalbaar is omdat dit meestal bekostigd wordt door de instellingen. Helaas hebben deze opleidingen nog steeds geen erkenning. Ook de bedrijfsleven is met een aanbod aan kleine congressen, symposia en masterclasses actief op het gebied van opleidingen. De Nefemed (Nederlandse Federatie Medische Bedrijven) is bijvoorbeeld mede initiatiefnemer geweest van de opleiding in Rotterdam. Het bedrijfsleven is immers ook gebaat bij goed opgeleide wondverpleegkundigen die goed met de geboden producten kunnen omgaan. Meer info
Verpleegkundig specialist
In 2005 wilde de overheid een verandering ten aanzien van de positie van de verpleegkundige. In principe wilde men af van allerlei deelfuncties. Dit werd duidelijk door het VBOC rapport, dat in 2006 verscheen. Hierin werd namelijk alleen gesproken over verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten. Intussen is dit beginsel door de overheid overgenomen en is er een erkende beroepstitel ontstaan “verpleegkundig specialist”. De verpleegkundig specialist geeft zelfstandig vorm aan het zorgproces en gaat een zelfstandige behandelrelatie aan, binnen het eigen deskundigheidsgebied. Dit betekent dat zij/hij beslist over de uit te voeren behandeling. De verpleegkundig specialist verwijst waar nodig de patiënt door. Andersom kunnen andere hulpverleners ook rechtstreeks doorverwijzen naar de verpleegkundig specialist. Waar nodig beschikt de verpleegkundig specialist over de bevoegdheid tot het zelfstandig indiceren en uitvoeren van voorbehouden handelingen*. Daarnaast staat hij/zij geregistreerd in het BIG register* als verpleegkundig specialist.
Wondzorg
Concreet betekent dit, dat de overheid nu heeft gesproken ten aanzien van erkenning van het beroep. Men start als wondverpleegkundige, daarna zijn er verschillende doorgroeimogelijkheden naar verpleegkundig specialist. Ook kan men een Post HBO-V (tweejarige opleiding in Rotterdam) volgen. Verpleegkundig specialist is een breed begrip, waaronder ook specialisatie wondzorg valt.
ExpertiseCentra Wondzorg (ECW)
Er is een behoorlijke groei van dit soort centra binnen en ook buiten de tweedelijn (buiten de muren van het ziekenhuis). hetzij in het centrum zelf of bij de patiënt thuis. Naast concrete verzorging van de wond kan een Expertise Centra Wondzorg beter aan de slag gaan met preventie, nazorg en leefstijl advisering. Uiteraard blijft de verantwoordelijkheid voor de behandeling van een wond altijd bij een arts of specialist liggen.